HI9271I

Er is een generator defect. Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Storing aan de bekabeling of generator

Geen stroomtoevoer naar generator of storing van de generator
- Check de bekabeling (draad los?)
- Check de generator
- Vervang eventueel de generator

De omgevingstemperatuur lag onder de 5 ºC toen de kookplaat werd aangesloten. Wacht na het aansluiten een minuut of tien. De storingscode verdwijnt en u kunt de kookplaat gebruiken.

Maak de glasplaat schoon. Leg geen voorwerpen op het bedieningspaneel. De foutcode kan ook weergegeven worden tijdens het schoonmaken van de glasplaat, bijvoorbeeld doordat er water op de toets(en) komt. Nadat de glasplaat droog of schoon is gemaakt moet de melding verdwijnen. Indien dit niets oplost moet een monteur het probleem verhelpen.

De oververhittingsbeveiliging die de temperatuur van de glasplaat meet is defect. Storingscodes F1 en F2 verschijnen bij een defect aan de voorste zones. Storingscodes F3 en F4 verschijnen bij een defect aan de achterste zones. Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Er is een probleem met de elektronica

Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Toestel oververhit door onvoldoende ventilatie

Controleer de inbouwsituatie of neem contact op met de Servicedienst.

De elektronica in de kookplaat is oververhit. Schakel tijdelijk een lagere stand in.

Er is onvoldoende be- en/of ontluchting. Raadpleeg hiervoor het installatievoorschrift. Wanneer u het probleem niet zelf kunt oplossen moet een installateur dit probleem verhelpen.

De elektronica in de kookplaat is oververhit door te hoge omgevingstempratuur of langdurig gebruik op een (te) hoge stand. Schakel tijdelijk een lagere stand in.

Er is onvoldoende be- en/of ontluchting. Raadpleeg hiervoor het installatievoorschrift. Wanneer u het probleem niet zelf kunt oplossen moet een installateur dit probleem verhelpen.

Een installateur moet dit probleem verhelpen.

Bedien één toets tegelijkertijd of reinig te glasplaat.

Zorg dat de beluchtingsgaten onderin de kookplaat open zijn

Er is een communicatieprobleem tussen de bediening en de generator. Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Zodra het toestel op de voedingsspanning wordt aangesloten (bijvoorbeeld bij eerste gebruik of na een stroomstoring) start deze de opstartroutine. Tijdens deze opstartroutine mag het toestel niet bediend worden. Maak het toestel spanningsloos (stekker uit wandcontactdoos of zekering in meterkast verwijderen) wacht een aantal minuten, sluit het toestel opnieuw aan op de voedingsspanning en wacht tot de opstartroutine is voltooid.

Er is een generator defect. Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Storing aan de bekabeling of generator

Geen stroomtoevoer naar generator of storing van de generator
- Check de bekabeling (draad los?)
- Check de generator
- Vervang eventueel de generator

De omgevingstemperatuur lag onder de 5 ºC toen de kookplaat werd aangesloten. Wacht na het aansluiten een minuut of tien. De storingscode verdwijnt en u kunt de kookplaat gebruiken.

Maak de glasplaat schoon. Leg geen voorwerpen op het bedieningspaneel. De foutcode kan ook weergegeven worden tijdens het schoonmaken van de glasplaat, bijvoorbeeld doordat er water op de toets(en) komt. Nadat de glasplaat droog of schoon is gemaakt moet de melding verdwijnen. Indien dit niets oplost moet een monteur het probleem verhelpen.

De oververhittingsbeveiliging die de temperatuur van de glasplaat meet is defect. Storingscodes F1 en F2 verschijnen bij een defect aan de voorste zones. Storingscodes F3 en F4 verschijnen bij een defect aan de achterste zones. Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Er is een probleem met de elektronica

Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Toestel oververhit door onvoldoende ventilatie

Controleer de inbouwsituatie of neem contact op met de Servicedienst.

De elektronica in de kookplaat is oververhit. Schakel tijdelijk een lagere stand in.

Er is onvoldoende be- en/of ontluchting. Raadpleeg hiervoor het installatievoorschrift. Wanneer u het probleem niet zelf kunt oplossen moet een installateur dit probleem verhelpen.

De elektronica in de kookplaat is oververhit door te hoge omgevingstempratuur of langdurig gebruik op een (te) hoge stand. Schakel tijdelijk een lagere stand in.

Er is onvoldoende be- en/of ontluchting. Raadpleeg hiervoor het installatievoorschrift. Wanneer u het probleem niet zelf kunt oplossen moet een installateur dit probleem verhelpen.

Een installateur moet dit probleem verhelpen.

Bedien één toets tegelijkertijd of reinig te glasplaat.

Zorg dat de beluchtingsgaten onderin de kookplaat open zijn

Er is een communicatieprobleem tussen de bediening en de generator. Een monteur moet dit probleem verhelpen.

Zodra het toestel op de voedingsspanning wordt aangesloten (bijvoorbeeld bij eerste gebruik of na een stroomstoring) start deze de opstartroutine. Tijdens deze opstartroutine mag het toestel niet bediend worden. Maak het toestel spanningsloos (stekker uit wandcontactdoos of zekering in meterkast verwijderen) wacht een aantal minuten, sluit het toestel opnieuw aan op de voedingsspanning en wacht tot de opstartroutine is voltooid.